Nieuws van het Volendams Museum

Expositieruimte Volendams Museum
18 mrt., 2024
In de expositie Volendam, een muzikale reis door de eeuw wordt een niet eerder op deze schaal vertoond overzicht van de rijke muzikale historie van Volendam gegeven. Van de successen van The Cats en BZN tot Jan Smit en Nick en Simon tot het ‘andere geluid van Volendam’ met bands als Alasca en Mell and Vintage Future. Via nooit eerder geziene foto’s, eremetaal en bijzondere relikwieën wordt 100 jaar muzikaal succes uit Volendam gevierd. Kom 100 jaar Volendamse muziekgeschiedenis vieren Van 3 maart tot eind 2024 staat het Volendams Museum in het teken van muziek. Muziek en Volendam zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en de muziek van Volendammer artiesten heeft voor wereldwijd succes gezorgd. Maak een muzikale reis door het verleden én heden in het Volendams Museum. Palingsound door de jaren heen Van The Cats en BZN naar Jan Smit, Nick en Simon en de 3J’s; de ‘palingsound’ heeft een bijzondere impact gehad op de vaderlandse muziekgeschiedenis. In de expositie “Volendam, een muzikale reis door de eeuw” ontdekt u het verhaal van de populaire muzieksound uit het kleine vissersdorp. Met veel exclusieve, nooit eerder vertoonde beelden en relikwieën uit de rijke pophistorie. Het andere geluid van Volendam Maar ook het andere geluid van Volendam is niet vergeten. Naast de populaire Palingsound zijn er vele muzikale talenten die een eigen pad gebaand hebben met een geheel eigen sound. Wat te denken van Alasca, Blanko en Mell and Vintage Future? Het andere geluid van Volendam ontdekt u ook in de meest omvangrijke expositie over Volendammer muziek ooit. De expositie “Volendam, een muzikale reis door de eeuw” bezoeken? Het Volendams Museum is dagelijks geopend tussen 10 en 17 uur. De expositie is in die openingstijden te bezoeken. Wil je alvast kaarten reserveren? Dat kan via de website van het Volendams Museum . Voor meer informatie kunt u tijdens openingstijden contact met ons opnemen.
Huisje Aafie BIbber
18 dec., 2023
In de hoop het oudste Volendammer huisje dat nog in oorspronkelijke staat verkeert, te behouden, start de Stichting Huisje Aafie van de Bibber een crowdfunding. ,,Dan kan het onderdeel worden van het Volendams Museum”, zegt Jaap Schilder (Bibber), ‘omezegger’ van Aafie. Negen maanden geleden overleed Aafie. Enige tijd daarvoor werd zij op prachtige wijze vastgelegd door fotograaf Jan Tuijp (Pet). Het interieur ademt nostalgie uit. Als je er binnenkomt, ga je voor even terug in de tijd. Begin 1900, destijds aangekocht voor 900 gulden, werd het gebouwd. Zonder badkamer. En zo is het nog steeds, ruim honderd jaar later. Het echtpaar trouwde in 1908, acht jaar later moesten ze het tijdelijk verlaten vanwege de watersnoodramp. Om het huisje in dat smalle straatje (Sijmen Mol) ook voor de toekomst te behouden, voor zowel het nageslacht als mogelijk een nevenfunctie, dient het te worden gerestaureerd. Jaap: ,,We zijn in gesprek gegaan met het Volendams Museum en Stichting Artist Komt Binne, iedereen vindt het een goed idee om te behouden voor volgende generaties, maar er is geen geld. Rest ons alleen nog om een crowdfunding op te starten.” Peter Veerman (Artist Komt Binne): ,,Een tijd voordat Aafie overleed, hebben we al de Stichting Huisje Aafie van de Bibber opgericht, voorzien van een ANBI-status. Dat maakt het gunstig om te sponsoren.” Door optimaal de fiscale regels te benutten, betaalt de fiscus maximaal mee met een gift en kost het de schenker netto het minst. ,,Er is een taxatie uitgevoerd en aan een deskundige gevraagd wat er moet gebeuren om het in leefbare staat te houden”, vervolgt Jaap. ,,De kosten van restauratie worden geschat tussen de 75.000 en 100.000 euro en de WOZ-waarde is 150.000 euro. Er is dus zo’n 250.000 euro nodig. In de toekomst willen we onder de vlag van het Volendams Museum kijken wat we er verder mee kunnen. Wellicht krijgt het tevens een functie om te bezichtigen als onderdeel van de rondleiding. Dat moet nog verder worden uitgewerkt, waarbij we niet willen dat de buurt wordt belast. Het moet gereguleerd zijn, dus geen grote groepen door de Sijmen Molstraat.” Het tv-programma ‘Binnenstebuiten’ van KRO/NCRV zal binnenkort aandacht besteden aan de authentieke plek in de oude kom. Voor bedrijven/particulieren die het initiatief een warm hart toedragen, het IBAN-nummer van Stichting Huisje Aafie van de Bibber is NL56 RABO0 36 43 137 81. Door: Eddy Veerman Bron: Nieuw-Volendam
05 feb., 2023
PostNL heeft een bijzondere serie postzegels uitgegeven met de naam ‘Jimmy Nelson – Ode aan Nederland’. Op de postzegels staan portretten van vrouwen en meisjes in verschillende Nederlandse streek- en klederdracht, gefotografeerd door de beroemde kunstfotograaf Jimmy Nelson.
22 mrt., 2022
Kerk en geloof in Volendam 1572 Edam gaat over tot de Reformatie, katholieke schuilkerk in Edam. 1574 Volendam overvallen door Watergeuzen. 1614 Bouw (gedoog-) kapel in Edam in tuin pastorie van de huidige H. Nicolaaskerk. 1658 Bouw Nederlands Hervormde kerk op het zuideinde in Volendam. 1666 Ambtelijke melding van uitoefening van de Roomse religie in ‘seecker huijs en kerck’ te Volendam. 1700 Uitbreiding van de H. Nicolaaskapel in Edam tot een zogenaamde biechtkapel. 1798 Grondwet scheiding van kerk en staat (Franse tijd). 1825 Opnieuw uitbreiding en verbouwing van de kapel in Edam, nu met de ingang op de Voorhaven; de verbouwde kerk werd op 19 mei 1825 ingezegend. 1847 Na finale vergroting en vernieuwing werd de H. Nicolaaskerk op 26 oktober ingewijd. 1848 Grondwet van Thorbecke: vrijheid van godsdienst; gebruik katholieke bijkerk in Volendam. 1860 Bouw van de Vincentiuskerk te Volendam door architect Molkenboer; in 1883 vergroot door A.C. Bleijs en in 1908 opnieuw vergroot naar ontwerp van architect P. Snel.
21 mrt., 2022
Rond 1300 kwamen de eerste ontginners uit Zuiderwoude naar de Warderbroeck om in 1313 te worden gevolgd door 12 gezinnen. Uitgaande van het door historici voor de Middeleeuwen aangehouden aantal van 4 leden per gezin bestond die groep uit zo’n 50 personen. In 1323 kwamen nog eens 25 gezinnen naar Katwoude en Katham, zodat het aantal bewoners aan weerszijden van de Ye toen uit ongeveer 150 personen bestond. In het schotboek van Edam uit het jaar 1462 duikt voor het eerst de naam Volendam op, beschreven als een buitenwijkje bij de monding van de IJe. In dat jaar worden vijf personen vermeld die op het grondgebied van Edam woonden en als zodanig belastingplichtig waren. De overige tegen de 200 bewoners van het kustgebied rond de Ye woonden op grafelijke grond. In 1610 waren er naar schatting 300 bewoners en mede door de komst van de eerste instromers uit het achterland, de IJ-oevers, de Zaankant en de droogmakerijen bestond de bevolking in 1660 uit tegen de 400 personen. De daarna tot kort na 1700 durende wateroverlast was er mede debet aan dat het aantal bewoners samen met die van ’t Soort in 1738 nog maar op 439 lag. In 1745 bestond de bevolking mede door de komst van een aantal Schokkers uit 572 personen, die 69 meest dubbele huizen bewoonden. Pas na 1750 kunnen we aan de hand van de gegevens, verstrekt door de gemeente, vaststellen hoe de bevolking van Volendam zich in aantal heeft ontwikkeld. De getallen van vóór 1750 zijn op basis van andere bronnen geschat, waarbij de aanname is dat het aantal inwoners van ongeveer 175 ontginners, boeren en vissers rond het jaar 1400 gedurende drie eeuwen geleidelijk toenam tot circa 400 personen in 1700. Onderstaande tabel laat zien dat die toename (factor 2,3) vergelijkbaar is met die van de Nederlandse bevolking in die drie eeuwen. In de 18e eeuw groeide de bevolking van Volendam voornamelijk door immigratie veel harder dan die van totaal Nederland. Van 400 in 1700 naar 800 in 1800, een toename van 100 procent, terwijl de bevolking van Nederland groeide met 10 procent. In de 19e eeuw nam het aantal inwoners van Volendam nog harder toe, vooral in de tweede helft, resulterend in een bevolking van 2.650 zielen in 1900, meer dan drie keer zoveel als in 1800. De bevolking van Nederland nam in de 19e eeuw ook fors toe, van 2,1 naar 5,1 miljoen, maar opnieuw minder sterk dan die van Volendam (factor 2,4 NLD versus 3,4 Volendam). In de 20e eeuw nam de bevolking van Volendam met 17.350 inwoners explosief toe tot 20.000 inwoners, zeven en een half keer meer dan in 1900, naar verhouding ruim twee keer zo hard als de bevolking van Nederland. Ook in deze eeuw neemt de bevolking van Volendam nog gestaag toe, beduidend minder hard maar nog wel iets sneller dan de bevolking van totaal Nederland. Immigratie tot 1860 In de periode tot 1860 hebben zich minstens 1.236 instromers in Volendam gevestigd. Dat waren zowel katholieken als protestanten en instromers van andere gezindten. Deze waren afkomstig uit 100 plaatsen waaronder 20 in het naburige achterland en 18 havenplaatsen langs de Zuiderzee. Dan was er de instroom vanuit 17 verderaf gelegen plaatsen in Noord-Holland zoals 55 personen uit West-Friesland en verder uit andere over heel Nederland verspreide gemeentes tot aan het Zeeuwse Veere toe. Ook een nazaat van de Fransman Velle vestigde zich in Volendam en verder kwamen er vóór 1860 mensen uit zes verschillende plaatsen in Duitsland. Onder de 1.236 instromers van voor 1860 bevonden zich 654 vrouwen en 591 mannen. Uit de naaste omgeving kwamen in totaal 461 personen, waarvan 275 uit Edam, 115 uit Katwoude, Katham en ’t Soort, 57 uit Monnickendam, 9 uit Broek in Waterland en 5 uit Marken. Nadat in Volendam eerst vooral de binnenvisserij was beoefend breidde die zich in de 16e eeuw al uit naar de Zuiderzee. Net als Zaankanters visten Volendammers al in de 17e eeuw in het IJ en de aanliggende meren. Door de drooglegging van grote binnenmeren zoals de Beemster (1612), de Wijde Wormer (1616), de Purmer (1622) en de Schermer (1635) maar ook kleinere, zoals de Vollendammer Meer (1632) raakte het drukker beviste Amsterdamse IJmeer tegen 1650 vrijwel leeggevist. Het visgebied op de Zuiderzee breidde zich daarop nog verder uit en reikte tot rond de Waddeneilanden. Behalve uit het nabije Katwoude, Edam, Monnickendam, Kwadijk en Marken vestigden zich inwoners van rond het IJmeer zoals 22 uit Nieuwendam, 1 uit Schellingwoude en 7 uit Oostzaan in Volendam. Mede in verband met de droogmakerijen kwamen er ook mensen uit het verdere achterland. Uit de Purmer kwamen 6, uit Purmerend 17 en uit de Beemster 10 personen naar Volendam. Verder tellen we tussen 1650 en 1860 dertig personen uit Drechterland en vijfentwintig verderop uit het meer landinwaarts gelegen deel van De Streek. Onder die 55 personen waren 24 vrouwen. Tot het oude Drechterland behoorden onder meer Hoorn, Broekerhaven en Enkhuizen. Van oudsher kwamen de Volendamse zuiderzeevissers in de havens van Hoorn en Enkhuizen en in die van Broekerhaven waar zij bij schrale visvangst ook kool en andere veldvruchten opkochten om elders te verhandelen. Het is niet ondenkbaar dat de drukbezochte jaarmarkten en kermissen van Hoorn daarbij een rol als huwelijksmarkt hebben gespeeld. Het grootste aantal instromers kwam echter van de overkant en met name uit Schokland. Dat waren er in totaal 587 (76 in 1859), 236 vrouwen en 351 mannen, die vooral vanaf de hevige landafslag in 1698 hun steeds verder afkalvende eiland verlieten om naar het na de Hervorming merendeels katholiek gebleven Volendam te verhuizen. De meeste Schokkers waren afkomstig van de grootste en merendeels katholieke woonkern Emmeloord, maar er waren ook instromers van het overwegend hervormde Ens oftewel Middelbuurt. Behalve uit Schokland kwamen er nog twee personen uit elk van de nabij gelegen kustplaatsen Kampen en Kuinre en de verder landinwaarts gelegen plaatsen Grafhorst en Steenrijk en nog één uit Blankenhal. Dat brengt het totale aantal instromers vanaf de oostwal in de periode op 596. Grotere natuurlijke aanwas vanaf 1860 Tot zeker 1860 heeft immigratie een belangrijke rol gespeeld bij de toename en de samenstelling van de bevolking van Volendam. Daarnaast was de natuurlijke aanwas door de moeilijke leefomstandigheden, hoge kindersterfte, ziekte en rampspoed beperkt. Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw neemt de bevolking vooral door natuurlijke aanwas hard toe, naar verhouding het sterkst vanaf 1925 tot 1975. Meer welstand en welzijn, minder honger, ziekte en rampspoed, betere hygiëne en medische zorg, meer trouw en minder rouw, grote gezinnen, een hechte, zich voortvarend ontwikkelende gemeenschap, met meer werkgelegenheid en beroepsdifferentiatie, een goed vestigingsbeleid, ook voor beroepskrachten van buiten, en nagenoeg geen uitstroom. Volendam behoort met Edam en de dorpen Beets, Hobrede, Kwadijk, Middelie, Oosthuizen, Schardam, Warder en een gedeelte van de polder De Purmer, tot het grondgebied van de gemeente Edam-Volendam. Op 1 januari 2022 heeft de gemeente Edam-Volendam 36.462 inwoners, waarvan 22.563 in Volendam. Het totaal aantal bedrijven in de gemeente is 7.562, waarvan 4.618 in Volendam. Bronnen: Volendam in Vogelvlucht - Dick Brinkkemper, 2010 Over Volendams gesproken – Jan en André Kes, 2019 Gemeentesite, CBS Urbanisatie en de-urbanisatie in Nederland 1400-1850, Rijksuniversiteit Groningen, 2000 Bewerkt door Dick Bond.
21 mrt., 2022
Het Volendams is een levend Waterlands dialect, dat zowel Frankische, Friese als Saksische kenmerken vertoont. Kort na 1300 vestigden zich van de Franken afstammende ontginners uit Zuiderwoude in en rond Volendam. Na de opkomst van de buitenvisserij waaierde de bevolking van Volendam steeds verder uit over het achterland en langs het hele Zuiderzee- en Waddengebied. Alleen al tot 1860 trokken 1.236 instromers uit meer dan 100 plaatsen in Nederland en het buitenland naar Volendam. De grootste groep bestond uit Schokkers, die hun door het water bedreigde eiland vanaf 1700 begonnen te verruilen voor het na de Hervorming merendeels katholiek gebleven Volendam. Professor Van Ginniken benadrukte de invloed van het Schokkers dialect op dat van Volendam. Maar invloeden kwamen ook vanuit het nabije achterland en de Zaankant en ook Amsterdam waar de Volendammers al vroeg visten op het IJ en aanliggende meren. Daarnaast was er inbreng vanuit Drechterland en het Eiland-Westfries van Wieringen, Texel en uitvalshaven Nieuwediep, dat al in de 17e eeuw de uitvalshaven was van de Volendamse Noordzeevissers. Met West-Terschelling van 1781 tot kort na 1900 als tweede thuishaven ontstond vervolgens het contact met het nog sterker Fries getinte Westerendse dialect. Naast Nieuwediep, Harlingen en Enkhuizen was de belangrijkste aanvoerhaven Amsterdam, waar Jordannees en Jiddisch van invloed waren terwijl via de grote vaart weer de nodige scheepstermen en Maleis werden opgedaan. Door al die invloeden groeide het Volendams uit tot een mengdialect, dat uiteraard ook is veranderd. Door de teruggang van visserij en klederdracht raakten veel woorden en zegswijzen in onbruik. De opmars van het Algemeen Nederlands ten koste van het dialect wordt door velen bestreden. Zo kwamen er nieuwe leerstoelen en namen onderzoeken en activiteiten toe. In Limburg vindt 75% van de bevolking dat het dialect goed is voor het gevoel van eigenwaarde en zelfbewustzijn. Diverse organisaties spannen zich daar samen met het onderwijs in voor het naast elkaar gebruiken van het dialect en Algemeen Nederlands in creatieve taaluitingen van volkscultuur als literatuur, toneel en muziek. Leerkrachten krijgen er bijscholing ter bevordering van het dialectgebruik bij de jeugd, dat te vaak beperkt blijft tot de sociale media. Naast het officiële Nederlands en Fries zijn het Limburgs en Nedersaksisch volgens het Europees Handvest door de regering als regionale talen of minderheidstalen erkend. Het Volendams neemt met zijn historisch verankerde Frankische, Friese en Saksische wortels een unieke positie in. Uit ‘Over Volendams gesproken’, door Jan en André Kes (2019) en bewerkt door Dick Bond
Share by:
Bestel online